Inleiding
In dit hoofdstuk worden de financiële ontwikkelingen voor de komende periode weergegeven. Het gaat om ontwikkelingen die mogelijk een forse impact op de gemeentelijke financiën hebben.
Kabinetsformatie
Op het moment van het samenstellen van deze kadernota is nog geen nieuw kabinet geformeerd. Een hoofdlijnenakkoord en een nieuw regeerprogramma zijn tevens nog niet bekend. We zijn als gemeentes hier sterk afhankelijk van. Uw raad realiseert zich dit en heeft dan ook de motie vreemd "Zonder geld geen gemeentes" aangenomen. Uit het manifest "Zonder geld geen gemeentes" blijkt dat gemeentes zich grote (financiële) zorgen maken over de structurele korting vanuit het Rijk van € 3 miljard en de democratische stabiliteit van gemeentes. De motie is inmiddels o.a. ter kennis van de informateurs en de onderhandelende partijen gebracht. We wachten op een nieuw regeerakkoord en zullen de raad middels circulaires hierover informeren.
VNG resolutie
In de ALV van de VNG van 24 mei 2024 komt een resolutie, voorbereid door verschillende netwerken zoals G4, G40, M50, P10 en K80, aan de orde met een oproep aan het VNG met de volgende strekking:
-zet in voor een totaaloplossing voor een solide, stabiele en duurzame financiële positie van gemeenten;
- dring aan bij de onderhandelaars c.q. een nieuw kabinet op het lossen van het financiële ravijn en om taken en middelen in balans te brengen;
- zet de voornemens uit de Voorjaarsnota 2024 van het Rijk over Wmo om in concrete afspraken;
- organiseer een ALV als de formatie geen of onvoldoende antwoord geeft op onze zorgen en daar een passende escalatiestrategie voorlegt;
- spreek met het kabinet een tussentijdse evaluatie van de toepassing van de BBP-systematiek af.
Gemeentefonds
Gemeenten zijn in het algemeen financieel erg afhankelijk van de inkomsten van het Rijk. Dit geldt ook voor de gemeente Borger-Odoorn. In totaal ontvangt de gemeente ongeveer € 60 miljoen van het Rijk en dat is ruim 75% van de totale baten. De belangrijkste bijdrage van het Rijk is het gemeentefonds (€ 52 miljoen). De andere € 8 miljoen bestaat uit de uitkering voor de bijstandsgerechtigden en meerdere specifieke uitkeringen.
Nieuwe financieringssystematiek
In de voorjaarsnota 2023 van het Rijk kondigde het kabinet aan dat het gemeentefonds voortaan via de "bbp-systematiek" te indexeren. Dit besluit was eenzijdig tot stand gekomen. Voor de VNG is dit geen goede vervanger van de trap-op-trap-af- systematiek, omdat de te verwachten grotere uitgaven voor de zorg niet in deze nieuwe systematiek worden meegenomen. Ook voor onze gemeente verwachten we fors hogere kosten voor de zorg.
We gaan er vanuit dat het Rijk de komende jaren voor deze kosten compensatie geeft. Uit de voorjaarsnota 2024 van het Rijk blijkt dat dit ook het geval is. Het Rijk stelt € 75 miljoen in 2026 beschikbaar, oplopend tot € 300 miljoen in 2029. In de mei-circulaire 2024 wordt dit uitgewerkt.
Opschalingskorting
Uit de voorjaarsnota 2024 van het Rijk blijkt dat de opschalingskorting structureel vanaf 2026 wordt geschrapt. Dit betekent dat het gemeentefonds vanaf 2026 structureel stijgt met € 750 miljoen oplopend tot ongeveer € 1 miljard in 2029. Voor onze gemeente betekent dit vanaf 2026 een structurele verhoging van ongeveer € 900.000. Het kabinet vraagt hiervoor wel een prijs: in 2025 wordt het gemeentefonds met eenmalig € 675 miljoen lager vastgesteld. Voor onze gemeente een incidenteel nadeel van € 900.000 voor 2025.
Mei-circulaire
Door middel van een memo zullen we de raad informeren over alle financiële effecten van de mei-circulaire 2024. De stelpost Indexatie geeft een negatieve stand weer en we adviseren dan ook om eventuele incidentele en/of structurele voordelen die uit de mei- en/of septembercirculaire voortvloeien, te reserveren voor deze stelpost indexatie.
Hervormingsagenda Jeugd
De hervormingsagenda Jeugd 2022-2028 heeft als doelstelling het verbeteren van de hulpverlening en een financieel beheersbaar en duurzaam jeugdstelsel. De agenda is met name opgezet om de toegenomen stijging van kosten stop te zetten. De agenda gaat er vanuit dat er vanaf 2026 besparingsmaatregelen worden genomen om de lasten voor jeugdhulp te laten dalen. Voorbeelden van besparingsmaatregelen zijn de invoering van een eigen bijdrage en het overdragen van de zwaarste jeugdzorg aan provincie of Rijk met als doel om dit efficiënter te organiseren.
Met deze besparingsmaatregelen houdt het Rijk al rekening met compensatie voor jeugdhulp vanaf 2026. Concreet betekent dit dat gemeenten dan minder middelen krijgen van het Rijk voor de uitvoering voor jeugdhulp.
Uit de voorjaarsnota 2024 van het Rijk blijkt dat de geraamde extra besparing van het Rijk van € 500 miljoen voor 2025 komt te vervallen. De geraamde kortingen vanaf 2026 gaan niet van tafel en blijven staan. In de mei circulaire 2024 wordt het financieel effect verwerkt. In een memo zullen we de raad begin juni 2024 hierover informeren.
Naast deze ontwikkelingen is er op dit moment een gesprek gaande over van de inrichting van de jeugdhulp en de bijbehorende governance. In de Hervormingsagenda is een beweging naar andere typen zorg en het anders organiseren van de Jeugdzorg. Dit betekent dat er meer ingezet zal worden op collectieve zorg maar ook op het beschikbaar maken van een POH bij iedere huisarts. In Borger-Odoorn is dit inmiddels gerealiseerd.
In de regio wordt een andere samenwerking van ons gevraagd en wordt ingezet op deskundigheidsbevordering en verdere versterking van de wijkteams. Deze ontwikkelingen volgen wij en zodra hierover meer bekend is zullen we de raad hierover informeren.
Wmo
Diverse raamovereenkomsten Wmo lopen dit jaar af zoals Hulpmiddelen, Huishoudelijke hulp en Beschermd wonen. De aanbestedingen worden met andere gemeenten gedaan en als gevolg van marktontwikkelingen en inflatie stijgen de kosten van Wmo vanaf 2025 fors. De verhoging wordt vooral veroorzaakt door de nieuwe (hogere) CAO afspraken. De kosten van Wmo worden voornamelijk bepaald door loonkosten. In de stelpost Indexatie bij de kadernota 2024 is deels vanaf 2025 de structurele verhoging van de budgetten verwerkt. Een ander deel is incidentdeel als autonome mutatie in de kadernota verwerkt.
De verhoging van de lasten komen ook door de toenemende vraag als gevolg van vergrijzing en de relatief lage eigen bijdrage. In de begroting 2025 en meerjarenraming zullen we deze hogere lasten ramen en we gaan er vanuit dat ook het Rijk hiervoor compensatie geeft. Mocht dat onvoldoende het geval, dan zullen we met elkaar moeten bezien welke keuzes we hierin kunnen maken. Op basis van de reguliere circulaires van het Rijk zullen we de raad hierover informeren.
Prijsstijgingen
In de begroting 2024 staat dat we leven in onzekere tijden. Dat is niet veranderd. We hebben te maken met na-ijl effecten van een hoge inflatie als gevolg CAO stijgingen. De inflatie is weliswaar minder hoog dan een jaar geleden maar fors hoger dan we in onze begroting rekening mee houden. Dit zien we terug in de begroting van de gemeente bij onder andere energiekosten, bouwkosten en lonen.
Uit de financiële kaders van de raad (bijlage 1) blijkt dat de gemeente weinig lasten in de begroting indexeert voor inflatie. In hoofdzaak worden de lasten van bedrijfsvoering (2%) en de gemeenschappelijke regelingen wel geïndexeerd. Dit betekent dat bijvoorbeeld niet de lasten van het sociaal domein worden geïndexeerd. Ongeveer de helft van de totale gemeentelijke begroting wordt niet geïndexeerd.
Na een recordhoogte van 11,6% in 2022 is de inflatie in 2023 gedaald naar 4,1%. De Nederlandse Bank (DNB) verwacht voor 2024 een inflatie van 2,9% en in 2025 met 2,2%, dichterbij de geraamde 2%.
In voorgaande begrotingen is besloten om een zogenaamde stelpost indexering te vormen. Deze stelpost is bedoeld om extreme prijsstijgingen op te vangen. De voordelen van voorgaande circulaires zijn aan deze stelpost toegevoegd. We stellen voor om ook de eventuele voordelen uit de mei- en septembercirculaire 2024 aan de stelpost toe te voegen.
In deze kadernota willen we voorsorteren voor het begrotingsjaar 2025. DNB verwacht voor 2025 een inflatie van 2,2%. Vanwege de hoge inflatie in de afgelopen jaren is het voor onze gemeente een grote uitdaging om een sluitende begroting 2025 aan te bieden. We stellen niet voor om de financiële kaders bij te stellen op het gebied van indexatie, maar wel om de verwachte voordelen als gevolg van prijscompensatie van de meicirculaire 2024 en de septembercirculaire 2024 te reserveren in de stelpost indexatie.
Stelpost indexatie
Er dienen diverse budgetten te worden geïndexeerd. Hiervoor hebben we daarvoor een stelpost indexatie gevormd. Het uitgangspunt voor een bijstelling is dat er sprake moet zijn van een prijsstijging van meer dan 10%. Ook verhogingen van externe partijen komen ten laste van deze stelpost. In onderstaande tabel zijn de nieuwe indexeringen aangegeven. Het restantbudget is in de eerste regel aangegeven.
Stelpost indexatie | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|
Stand Begroting 2024 | 968.848 | 888.937 | 911.169 | 921.366 |
Indexatie | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
1. Bedrijfsvoering (4%) | -720.000 | -720.000 | -720.000 | -720.000 |
2. Griffiebudget communicatie | -10.000 | -10.000 | -10.000 | -10.000 |
3. Collectieve vervoersvoorziening WMO | -150.000 | -150.000 | -150.000 | -150.000 |
4. Leerlingenvervoer | -75.000 | -75.000 | -75.000 | -75.000 |
5. Hunebedcentrum | -20.000 | -20.000 | -20.000 | -20.000 |
6. WMO huishoudelijke hulp | -500.000 | -500.000 | -500.000 | -500.000 |
7. Dierenasiel Ter Marse | -39.000 | -39.000 | -39.000 | -39.000 |
8. Subsidie dorpshuizen | -46.268 | -46.268 | -46.268 | -46.268 |
9. Sociaal medische indicatie | -30.000 | -30.000 | -30.000 | -30.000 |
10. Gemeenschappelijke reg. | -236.617 | -242.724 | -285.775 | -296.765 |
11. VNG GGU-gelden | -60.000 | -60.000 | -60.000 | -60.000 |
12. Schoonmaakkosten | -72.000 | -72.000 | -72.000 | -72.000 |
Totaal: | -1.958.885 | -1.964.992 | -2.008.043 | -2.019.033 |
Nieuwe stand stelpost | -990.037 | -1.076.055 | -1.096.874 | -1.097.667 |
Toelichting
1. Er is een nieuwe CAO afgesloten. De gemiddelde loonstijging bedraagt circa 6% voor onze medewerkers. Aangezien we maar 2% voor CAO hebben opgenomen, dienen we de loonsom met 4% te verhogen. Dit kost structureel € 720.000.
2. In de begrotingsvergadering 2024 is een amendement over het griffiebudget communicatie aangenomen. De financiële dekking komt uit de stelpost Indexatie.
3. Uit de jaarrekening 2023 blijkt dat het budget voor het collectief vervoer is overschreden (de taxipas die aan inwoners wordt verstrekt vanuit de Wmo). De ritprijzen en het aantal kilometers zijn gestegen, terwijl het budget niet was bijgesteld. In verband met de gestegen prijzen zal het budget voor € 150.000 structureel worden bijgesteld vanuit de stelpost indexatie.
4. Uit de jaarrekening 2023 blijkt dat ondanks tussentijds verhogen van het budget voor leerlingenvervoer het budget is overschreden. Dit komt door het maken van meer ritten maar ook door een hogere prijs. Daarom zal het budget structureel voor € 75.000 worden bijgesteld vanuit de stelpost indexatie.
5. Door prijs-en cao-stijgingen is het niet indexeren niet meer haalbaar en is het voorstel om de subsidie te verhogen met structureel € 20.000.
6. De WMO huishoudelijke hulp is recentelijk voor de periode 2025 tot en met 2028 aanbesteed. Deze aanbesteding is samen met de gemeente Coevorden gedaan en de kosten zijn beduidend hoger.
De financieringssystematiek is vanaf de nieuwe aanbesteding gewijzigd. Uitgangspunt is dat de werkelijke prestaties (prijs * hoeveelheid) worden gefactureerd. Hierdoor worden hogere kosten verwacht. Daarnaast blijkt dat de prijzen fors zijn toegenomen als gevolg van CAO aanpassingen. De structurele extra lasten worden op € 800.000 geraamd. In deze stelpost Indexering nemen we structureel € 500.000 mee en € 300.000 incidenteel als autonome mutatie. We gaan er vanuit dat het Rijk gaat compenseren voor de gestegen WMO kosten en/of dat er in de toekomst de eigen bijdrage kan worden verhoogd.
7. De meest recente afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst die stamt uit 2009. Na vaststelling van deze laatste overeenkomst is het jaarbedrag niet meer geïndexeerd.
8. De schoonmaak- en beheerskosten van dorpshuizen zijn al jaren niet geïndexeerd. Als gevolg van CAO aanpassingen zijn de loonkosten fors hoger. Vanaf 2025 betekent dit een hogere subsidie voor dorpshuizen.
9. Uit de jaarrekening 2023 blijkt dat het budget voor de vergoeding van kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie ondanks tussentijdse bijstelling is overschreden. Om dit structureel op te lossen is het voorstel dit budget bij te stellen op basis van werkelijk uitgaven in 2023.
10. De gemeenschappelijke regelingen vragen meer middelen dan we in de begroting 2024 hadden opgenomen. Aangezien dit samenwerkingsrelaties zijn, dienen we in onze begroting het bedrag op te nemen dat zij vragen als deelnemersbijdrage. Vanaf 2025 nemen we de effecten van de begrotingswijzigingen mee.
11. De Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering(GGU) is onderdeel van de VNG. De bijdrage aan het bijbehorende fonds GGU is, als gevolg van onder andere loon- en prijsstijgingen, gestegen.
12. In het tweede kwartaal van 2024 worden de schoonmaakkosten en glasbewassing opnieuw aanbesteed. Het is onze inschatting dat, als gevolg van onder andere de CAO verhogingen, de lasten in totaal met € 72.000 toenemen.
Conclusie
We zien een structureel tekort in deze stelpost van ruim € 1 miljoen. We gaan er vanuit dat het Rijk voor de gestegen prijzen compensatie biedt. We stellen dan ook voor dat de voordelen die uit de mei- en septembercirculaire voortvloeien, worden toegevoegd aan deze stelpost Indexatie. Indien het Rijk hiervoor onvoldoende of geen compensatie biedt, dan komen we bij de begroting 2025 met voorstellen om dit tekort te dichten.
Regio Deal
In de raadsvergadering van 13 juli 2023 heeft de raad ingestemd met het aangaan van de Regio Deal Zuid en Oost Drenthe II voor de periode 2024-2027. Het Rijk heeft middelen voor een nieuwe Regio Deal vrijgemaakt. In totaal is voor de regio Zuid Oost Drenthe € 60 miljoen beschikbaar (waarvan € 30 miljoen uit de regio beschikbaar moet worden gesteld). De kosten voor de gemeente Borger-Odoorn bedragen voor vier jaar € 900.000. Dit is € 225.000 per jaar (2024 tot en met 2027). Voor 2025 is dit bedrag opgenomen bij de autonome bestedingsvoorstellen.